DRS. E.J.A.M. (ERWIN) GÖBEL

 Toen ik geneeskunde ging studeren wist ik al dat ik cardioloog wilde worden. Ik was al in aanraking geweest met cardiologische problemen bij familieleden. Daardoor had ik vanaf het begin van mijn studie al meer interesse in de cardiologie, het had een speciaal plekje.

Wat ik boeiend vind aan het vak is dat het overzichtelijk is, je hebt veel zelf in de hand. Je voert zelf onderzoek uit en beoordeelt de resultaten, en op grond daarvan is er een goed arsenaal aan behandelmethoden mogelijk. Ook de stress en de spanning die bij dit vak komen kijken, spreken me aan. Dat je voor patiënten, die gereanimeerd moeten worden of een hartinfarct hebben, iets wezenlijk kunt betekenen, geeft een apart gevoel. 

Zo kwam er eens een patiënt op de eerste hulp die gereanimeerd moest worden. Het zag er aanvankelijk heel slecht uit. Toch hebben we hem gestabiliseerd en overgebracht naar het Maastricht UMC+ om te dotteren. Na een revalidatieprogramma herstelde de patiënt weer grotendeels. Dit maakt dat ik altijd mijn best zal doen en niet te snel opgeef, al ziet het er slecht uit.

Als cardioloog maak je lange dagen, maar ik prijs mezelf gelukkig dat ik het mag doen in een vak dat ik fantastisch vind.